Niet alleen maar boeren
We zijn gewend de bergen te zien als een volkomen natuurlijke omgeving. We vergeten dat de bossen, zoals we die nu zien, ook het resultaat zijn van menselijk ingrijpen, en dat de rotsen en spontane vegetatie al duizenden jaren een bron van levensonderhoud en een werkplek zijn.
In de bergen zaten edelmetalen en mijnen verborgen, de bossen waren het domein van mensen die speciale, bijna magische kennis bezaten, zoals de kolenmakers, de smeden die gebruik maakten van door water aangedreven hamers, en verzamelaars van larikshars, waaruit terpentijn werd verkregen. Ouderwetse chemie dus: water en vuur, metalen en planten.
Kennis die voor velen mysterieus bleef, empirisch toegepast, en die ons laat zien hoe de arbeid, de primitieve industrie, volledig met de grond verbonden was. Men geloofde bijvoorbeeld dat ook mineralen als vruchten van de aarde gezien moesten worden en een groeicyclus hadden.
Als je deze aspecten van de bergen wilt verkennen, kun je verschillende plaatsen bezoeken in het Ecomuseum van Val Meledrio, waar een aantal constructies nog te zien zijn, zoals de kalkoven, een oven die gebruikt werd om kalksteen te verhitten om kalk voor gebouwen te produceren, de door water aangedreven hamer - een van de 28 die ooit in de regio aanwezig waren - en een werkplaats uit de zestiende eeuw waar ijzergereedschappen werden gemaakt.
En ook het terpentinepad, in de voetsporen van harsverzamelaars.