Oostelijke Dolomieten - Sella, Catinaccio, Sassolungo, Monzoni, Marmolada

Het is op intuïtie van Déodat Tancrède Gratet de Dolomieu (1750 - 1801), een fransman van een adellijke familie, lid van het Institut de France en geleerde van de mineralogie, die deze bijzondere chemische samenstelling heeft ontdekt, namelijk dubbele calciumcarbonaat en magnesium waardoor de rotsen van de Dolomieten zo anders zijn. Zo kreeg in 1864 dit berggebied zijn naam, de Dolomieten.
Op de Dolomieten groeien talloze soorten gewassen, met hun veelkleurige mantel van de witte rotsen tot aan de valleibodem: meer dan 1.500 verschillende soorten in alle soorten groen van de bossen en alle kleuren van de bloemen. Het is een immens rijk van gewassen; van kleine mosjes tot de pijnboom die op grote hoogte groeit. Van de mosden tot de gewone spar, de lariks, de grove den en de zwarte den. Van de beuk tot de berk, van de wilg tot de bergceder en de groene els. Tijdens het bloeiseizoen gaan ook nog eens meer dan 50 soorten orchideeën bloeien, net als de vele weidebloemen, de rijke bosvruchten, de Alpensterren en de andere rotsbloemen. Er zijn talloze medicinale kruiden en planten en allerlei soorten paddenstoelen.
In de Dolomieten wonen ook veel marmotten, reeën en herten. Als je hoger komt, kunt je ook vaak gemzen en reebokken zien. Terwijl een oneindigheid van veelkleurige vlinders nieuwsgierig door de bossen en over de weiden fladderen en de forellen in de onstuimige stromen zwemmen.